Doorgaan naar content

BBQ - de basics

Kies voor houtskool met grote stukken en waarvan je weet dat de houtskool een lange brandduur heeft, hiervoor ga je best naar een speciaalzaak. Houtskool van mindere kwaliteit brandt vaak sneller op en soms zijn er ook chemicaliën aan toegevoegd. 

Steek je barbecue aan met een natuurlijk product, zoals aanmaak wokkels, gebruik GEEN chemische producten!

Wacht tot de kolen grijs of wit zijn, voor trage garingen heb je een temperatuur nodig rond de 100, 120 graden. Voor puur grillen van vlees mik je op een temperatuur die varieert van 180 tot zelfs 250 graden.

Laat bij een barbecue met deksel of bij een kamado je deksel zoveel mogelijk dicht. Zo behoud je warmte, barbecue smaak en heb je meer controle over de temperatuur. Kies ook of je je kamado direct (grillen) of indirect (oven) wil gebruiken, hiervoor gebruik je je hitteschild. Bij andere barbecues gebruik je 2 zones, een directe zone met hete kolen, en een indirecte zone zonder kolen.

  • Direct grillen: kleinere stukken en vlees zoals worsten, hamburgers, dunne gemarineerde steak, scampi brochette, kalfslapje, …

  • Indirect grillen: dikkere stukken vlees zoals een entrecote, rosbief, gehaktbrood, varkenshaasje, …

Wanneer weet je of het vlees klaar is?
Door te voelen, maar ook zeker door het gebruik van een kernthermometer. Belangrijk: Je vlees na het barbecueën altijd even laten rusten!

Tijdens en na het bakken hou je je roosters proper met een borstel van natuurvezel, metalen draadjes kunnen vastzitten in je rooster en mogelijk ook in je vlees! Een hete rooster krijg je meteen mooi proper, vandaar dat je dit doet tijdens en meteen na het barbecueën.

Heb je een kamado of barbecue met deksel? Sluit na het koken je barbecue en sluit ook alle zuurstoftoevoer, zo gaan je kolen doven en kan je deze nogmaals gebruiken bij een volgende sessie!