1. Verwarm de oven op 160 graden.
2. Breng een grote pot met gezouten water aan de kook.
3. Kook de diepvries bloemkool gedurende een half uur, tot ze helemaal plat is.
4. Doe de puree in een ovenschotel en zet voor 30 minuten in de oven.
5. Snij ondertussen het witloof: verwijder de harde kern en snipper de rest in fijne stukjes. Stoof deze in wat boter mooi bruin. Laat in een dunne laag uitlekken op een bord met keukenpapier. De pan hou je opzij, die gebruiken we later opnieuw.
6. Doe het gehakt in een grote mengkom en kruid met peper en zout.
7. Voeg de gestoofde witloof toe, was je handen en kneed het gehaktmengsel.
8. Voeg indien nodig paneermeel toe. Het gehakt moet vast genoeg zijn om stevige balletjes (golfbal grootte) van te rollen.
9. Rol balletjes (golfballetjes) van het gehakt.
10. Bak de balletjes op een middelhoog vuur in boter. Ze moeten mooi bruinen, maar vanbinnen hoeven ze nog niet 100% gaar te zijn.
11. Giet de bloemkool af en mix samen met de fond en de helft van de geraspte kaas tot een gladde saus.
12. Leg de balletjes in een ovenschaal en overgiet met de bloem koolsaus, bestrooi met de andere helft van de geraspte kaas. Zet 15 minuten mee in de oven.
13. Verhoog de oventemperatuur naar 250 of zet je grill aan. Haal de puree eruit en zet afgedekt opzij. We willen nu enkel nog een mooi korstje op onze balletjes met witloofsausje!